Wat is het ruimte tijdsbeeld binnen de 'traditionele' bantoe cultuur en in welke mate werd dit ruimte/tijdsbeeld aangetast in de koloniale tijd?
Welke ruimte/tijdsbeelden ziet men vandaag de dag verschijnen in een stad zoals het huidige Kinshasa?
In de bantoecultuur is de ruimte het dorp. In dat dorp is iedereen afhankelijk van iedereen en heeft elkeen een rol in het samenleven met elkaar. Men moet die rol dan ook vervullen. Het land is collectief bezit en wordt verdeeld volgens ieders mogelijkheden en behoeften. Het product dat men op het land produceert is voor de gemeenschap, voor het "wij". De tijdsdimensie van de bantoecultuur is anders dan de onze: men denkt op korte termijn en zal niet investeren in de verdere toekomst; vb. tijdens een plechtigheid zal men al de voeding opgebruiken i.p.v. deze te bewaren voor tijden waarin het slechter gaat. In hun cultuur zijn de voorouders een schakel tussen het verleden en het nu. Het zichzelf realiseren van de bantoe is niet intellectueel, maar fysiek.
Door de kolonisatie is het ruimte/tijdsbeeld van de bantoecultuur aangetast op allerlei gebieden. Het Westers denken verloopt lineair, terwijl de bantoecultuur leeft volgens de kosmologie van het land. Zo zijn er grenzen aangelegd op plaatsen die de bantoe als een gemeenschappelijk deel benutten, vb. rivieren dienden voor de kolonisator als landsgrens. Voor volkeren die in de bomen woonden, plaatst men huizen in lintbebouwing. De bantoebevolking was niet vertrouwd met het idee van een 'staat'. Ook de stad was niet gekend bij de bantoe en dus hebben alle Afrikaanse steden een koloniale geschiedenis. Het grondplan van een stad vertelt over de soort kolonisatie. Kinshasa heeft bijvoorbeeld één centrum van waaruit controle wordt uitgeoefend op de wijken, cités. De blanken woonden in de stad, de zwarten in de cités. Men wilde ook van de Afrikanen Belgen maken door hen de Europese kaders i.v.m. ruimte, tijd, arbeid, burgerschap op te leggen. Vanuit dit principe konden Congolezen "verheven" worden tot évolués.
Ook het lange termijn denken van de kolonisator, en later van projectontwikkelaars, viel niet te rijmen met het bantoe-idee van 'hier en nu'. Projecten zoals beschreven door Koen Fillet (Project Nkata betreffende de vorming van boeren etc.) liepen over een veel te lange periode, waardoor het gedoemd was te mislukken.
In een stad als Kinshasa zien we nu dat de sloppenwijken zich uitbreiden en de stad groeit zo weg van haar eigen koloniale verleden. Zijn die wijken nu eerder stad of dorp? Men spreekt van "communes rurales". In die informele urbane zone vullen de mensen de stad opnieuw in, post-urbanisatie. De stad sluit weer aan bij haar rurale ontstaan en er is verdorpeling aan de gang (vb. maniok kweken op de vluchtheuvels van de straten). Geen enkele vorm van economie heeft dit proces gestuurd. Er is geen formele stadsplanning, maar de stad is verhuisd vanuit de eigen ervaring. De ruimte is eerder een state of mind. De "urban jungle" mag letterlijk genomen worden: de muziek die men in de stad speelt, is muziek uit de jungle, de bar verwijst naar het woud en het dorp... Alles is ook publiek geworden. In de koloniale tijd waren privé en publieke ruimte gescheiden, maar die lopen nu weer door elkaar, zoals dat ook in een dorp gebeurt: roddel, fonie, biechten in de kerk: iedereen heeft hier weet van.
Afrika heeft zijn collectieve achtergond achtergelaten, er zijn geen extended families meer, geen clans meer zoals in de dorpen waarin iedereen een plaats heeft. Men verhuist van het dorp naar de stad waardoor deze manier van samenleven verbrokkelt. In de stad is het gezin het maximum aan grootte. Er zijn geen sociale en familiale opvangnetten meer, plots is men alleen.
In de stad kunnen de mensen niet meer aan hun traditionele verwachtingen voldoen dus creëren ze artificiële rollen: de man heeft geen werk, maar toch zegt hij dat hij eigenaar is. Op die manier voelt hij zich mannelijk en de vrouw aanvaardt dit zodat hij zich goed voelt.
Antropoloog Filip De Boeck, opgegroeid in hartje Brussel, is al jaren gefascineerd door het stedelijke leven in Kinshasa. Een ontembaar beest, zo omschrijft hij de Congolese miljoenenhoofdstad liefdevol. “Mijn onveiligheidsgevoel is hier in Brussel soms groter dan in Kinshasa.”
Deboeck toont hoe in Kinshasa 'de wereld van de nacht', een volstrekt imaginaire wereld waarin fenomenen als (kind)hekserij, geesten van voorouders, doden die tot leven komen, pinksterkerken e.d.m., het dreigt over te nemen van de ons vertrouwde wereld van de dag. Is daar een intuïtieve dan wel rationalistische verklaring voor? Wat was de verklaring van Filip Deboeck?
Wat je ziet overdag heeft een dubbel in de nacht. Men heeft een spiegel nodig waar waarzeggers "achter" kunnen kijken. Een realiteitsspiegel. Het imaginaire (diepe angsten, verlangens, macht, geld een sex) neemt realiteit over en is niet meer symbolisch.
Bijvoorbeeld:
Kolonie is ruimte van de dood: er is geen leven na de dood (Post-Koloniaal?)
- honger maakt van de mensen levende doden
- 3.500.000 doden zijn niet begraven en zwerven rond
- de geest van overleden vrouw: 'epousse de nuit'
- een overleden kind is na 6 maanden aan de grens met Angola gezien
- kindhekserij: de kinderen krijgen de schuld en zij komen op de straat terecht: post-abortus
eten: eten is een vocabulair instrument voor macht: ik eet mijn vrouw
mensenvlees: alles in het menselijk lichaam is nuttig... en weerspiegelt de burgerlijke verlangens
's nachts: nachtelijk kapitalisme: men neemt collectief dit aan als werkelijkheid
Heks is noodzakelijk negatief, het toont je wat je niet mag doen, dus weet je wat je moet doen!
Kwaad is nodig om het "Goede"verhaal te brengen (cfr. Tolstoi)
In welke opzicht verschilt het patroon van kind hekserij in Kinshasa van de traditioneel gangbare vormen van hekserij in Afrika?
Een gevoel van angst, voor verwantschappen een gift.
(Koekje overdag, mensenlevens 's nachts als tegengift)
Gift als sociale relatie naar geld
(Kerk: zaaien om te oogsten: 10x gift terug krijgen)
Volwassenen die kinderen opeten
(cfr. Dutroux)
Kinderen ontvangen MAAR MOETEN NU GEVEN!
(zie eveneens kindhekserij)
Hekserij vroeger van binnen uw relatiekring, in de stad kan dat van overal komen...
Om je te beschermen kan je bidden, wat het succes van de kerken verklaart.
Waarom noemen straatkinderen in Kinshasa zichzelf 'shege'?
Twee redenen hebben wij teruggevonden.
De eerste: zij noemen zich Shege naar Che Guevara.
De tweede: zij noemen zich Shege naar de Shengenakkoorden.
De eerste verklaring lijkt ons meer plausibel daar wij ons afvragen in welke mate deze kinderen het bestaan kennen van de Shengen akkoorden. Echter de grote revolutionair Che Guevara, een marxistisch revolutionair die behoorde tot de groep van Fidel Castro, heeft met zijn ideeën veel jongeren in de hele wereld geïnspireerd.